zondag 24 maart 2013

afl. 5 - De smaak van vroeger


Haastig komt Anna de ziekenhuiskamer binnen, het bezoekuur is bijna afgelopen. Raaf verwelkomt haar met een tedere, maar vermoeide blik. Zijn bed ligt bezaaid met kranten. Het is dag vijf, en hij mag nog steeds niet naar huis. Sinds de blindedarmoperatie is hij niet koortsvrij geweest, reden om ‘alert te blijven’, en hem ‘te monitoren.’ Anna gaat twee keer per dag op bezoek, ‘s middags alleen, aan het begin van de avond met Charlie. 


Ondertussen probeert ze wat te werken, in elk geval haar wekelijkse column te schrijven. Om inspiratie op te doen, heeft ze vanochtend de najaarsbeurs bij de groothandel bezocht, die grootser was dan ze verwachtte. Ze geeft Raaf een kus en gaat op de rand van het bed zitten.
‘Het spijt me dat ik zo laat ben. Er leek geen einde aan de proeverijen te komen. En ik weet bij god niet wat ik over al die onzin moet schrijven. Ik wil graag bij de tijd blijven, maar de tijd brengt zoveel kunstmatigheid met zich mee.’
Ieder hapje was even bizar geweest. Popcorn van komijnekaas, gehakt van zeewier, gekweekte kruiden met een oestersensatie, sponscake van alg en aardappel in de vorm van paddenstoel. Termen als culinaire beleving, trend, technische innovatie, smaakconcept, smaakoplossing, productontwikkeling en voedingsmiddelenindustrie waren haar om de oren gevlogen.
‘Maar hoe is het hier, wat heb jij gegeten?’
‘Rode kool en een slavink.’
‘Lekker?’
‘Heerlijk, de smaak van vroeger.’
‘Dat bedoel ik! Niets zo lekker als eten waar nostalgie aan kleeft.’
Raaf glimlacht. Zijn ogen zijn waterig.
‘Moe?’
‘Wil je nog een beetje tegen me aanpraten?’
Anna schudt zijn kussen op, trekt de deken over hem heen en begint te vertellen over het kookboek dat haar oma aan haar naliet. Over de vlekken op de bladzijdes waaraan je kunt aflezen welke gerechten haar oma gemaakt heeft, en de aantekeningen die ze bij sommige recepturen in de kantlijn maakte, zoals ‘twee extra schepjes suiker’ bij de soep van aspergeafval, en ‘minder ui’ bij de ragout voor kroketten.
‘Op de laatste bladzijde schreef ze in sierlijke letters: Koken is geen beroep maar een roeping. Mooi hè?’
Raaf knikt met gesloten ogen. Anna staat op en trekt haar jas aan.
‘Gek, om ineens zo aan haar te denken,’ verzucht ze.
‘Tja,’ mompelt Raaf. ‘Zo gaat dat met de doden. Soms laten ze tijden niets van zich horen, en dan duiken ze zomaar weer op.’


Gebakken kaasplakken uit oma’s kookboek

(letterlijk overgenomen uit: Ik kan koken, geïllustreerd handboek voor allen die willen leren koken en de eisen van een goede keukeninrichting willen leren kennen, door P.J. Sarels van Rijn, directrice Koninklijke Nijverheidsschool voor meisjes te Arnhem, 22e, geheel herziene uitgave, 1961)

Liefst oude kaas hiervoor gebruiken, daar jonge kaas vlug smelt. De kaas in plakken snijden van 1 cm. dikte, deze paneren (door eiwit halen, daarna door paneermeel en dit liefst nog een keer herhalen; in plaats van eiwit kan ook een bloempapje worden gebruikt van gelijke delen bloem en water) en de gepaneerde plakken zeer vlug bakken in hete boter in de koekenpan. Beter gaat het in heet frituurvet.
De gebakken kaasplakken direct opdoen.

Geen opmerkingen: