zondag 31 maart 2013

afl. 6 - Ties

‘Hé mooie!’
Anna knijpt in haar handremmen en met een schok komt ze tot stilstand. Die stem, ze zou hem uit duizenden herkennen. Zoekend kijkt ze om zich heen.
‘Hier!’
Als in slowmotion draait haar hoofd naar rechts. Zodra haar ogen hem vangen, komt haar adem golvend omhoog. ‘Jezus, nee,’ fluistert ze.


Hij staat op de tramhalte, een zwaaiende arm in de lucht, een lach van oor tot oor. Aarzelend zwaait ze terug, ze moet door, dit kan nu niet. Maar Ties steekt de straat al over, met een verend drafje komt hij op haar af.  Binnen een paar tellen staat hij blakend voor haar en drukt haar een kus op de mond. Anna deinst lachend naar achteren.
‘Hallo Ties.’
‘Hallo schoonheid. Koffie, wijn, waar heb je zin in?’
‘Ik ben op weg naar school, Charlie... Ik dacht dat jij in een of ander buitenland zat.’
‘O, ik ben alweer een paar maandjes hier. Ik heb de kroeg teruggekocht. Gaat geweldig. En jij, gelukkig?’
Anna glimlacht.
‘Ja, nou ja, druk, Raaf ligt in het ziekenhuis, dus ik ben een beetje aan het heen en weer sjezen.’
‘Niks ernstigs hoop ik?’
‘Nee, blindedarm. Maar ik moet echt gaan, sorry.’
Ze stapt weer op haar fiets. Ties pakt haar stuur vast.
‘Ik mis je heerlijke taarten. De vaste klanten vragen er nog steeds naar.’
‘Heel geestig, Ties.’
‘Hoezo? Taarten & tapas was een goeie formule.
‘Het was een regelrechte ramp, dat weet je best.’
Een half jaar lang had Anna baksels naar het café gebracht. Iedere woensdag ging ze met verse ladingen langs en kon ze alles van de week ervoor in de prullenbak mieteren. Het had haar niet uitgemaakt, het was de prijs die ze betaalde om hem te zien. De dekmantel voor hun geflikflooi in het drankenhok, waarvoor het café even dicht ging en waarnaar ze soms nog hevig kan verlangen.
‘Bel je me?’ vraagt Ties met een scheef lachje. Hij legt zijn hand tussen haar schouders en laat die een stukje naar beneden glijden. Ze voelt het tot in haar liezen. Nee. Het antwoord is nee. Niet weer. Nooit meer.
‘Dag Ties,’ zegt ze, en begint te trappen. Zonder om te kijken en met rechte rug, waarop ze de hand van Ties nog voelt en zijn ogen vermoedelijk nog gericht zijn, rijdt ze de straat uit, de hoek om, tot ze het schoolplein nadert en ze de moeders van iedere dag ziet staan, de juffen in de deuropening, omringd door schreeuwende kinderen. 

‘Mag ik bij Roos spelen?’ vraagt Charlie. ‘Van de moeder van Roos mag het.’
‘Wie is Roos?’
‘Mama! Dat weet je toch wel. Die zoveel nagellak heeft,’ verzucht Charlie, en huppelt weg.
‘Ik kom je om vijf uur halen,’ roept Anna haar na.
Ze blijft nog even staan. Dan begint ze te fietsen, weg bij het schoolplein, de hoek om, de straat in waar ze Ties achterliet. Harder en harder trapt ze, verdwaasd en met bonkend hart.
De tramhalte is leeg.

Pas als de thuiskomt ziet ze op haar telefoon dat het ziekenhuis drie keer heeft gebeld.





Heerlijke hartige taart

Deeg:
200 gr bloem
100 gr boter
½ tl zout
1 el suiker
beetje water
1 ei

Vulling:
700 gr uien in dunne, halve ringen
150 gr gerookte spekblokjes
250 gram gruyère en/of emmentaler
2 eieren
250 ml. crème fraiche
paneermeel

Deeg:
Snij de boter in kleine stukjes, doe met bloem in een kom.
Kneed het met je vingers tot het zand lijkt. Voeg suiker, zout en water toe en kneed tot je een mooie, gladde deegbol hebt. Laat even rusten in koelkast.
Maak ondertussen de vulling:
Bak spekblokjes, doe ze in een schaaltje. Laat de uien in het spekvet op laag vuur smoren tot ze zacht en zoet zijn. Doe de spekjes erbij.

Rol nu het deeg uit in een cirkel. Leg in een ingevette schaal. Prik met een vork gaatjes in de bodem en bestrooi met paneermeel.
Meng eieren, crème fraiche, kaas, zout, peper en het ui/spekmengsel
door elkaar in een kom. Vul de taart. Bak in een voorverwarmde oven ca. 25 minuten op 210 graden.




Geen opmerkingen: