Anna heeft zich nog zo voorgenomen scherp te blijven.
Assertief, professioneel, innemend. Maar zodra Sergio Herman haar de hand
schudt, is ze al verloren.
‘Ik heb een kwartier,’ zegt hij.
Zijn Zeeuwse tongval lijkt zijn woorden te vertragen, als in
slowmotion komen ze op Anna af. Pas als ze gaat zitten dringt de portee van de
mededeling tot haar door. Het beloofde half uur was al krap, hoe moet ze in
godsnaam in een kwartier een interview afnemen?